Hoofdtekst
Tisten, nuzen ouden knecht, hij zag geren vrouwmenschen, en als hij een keer late naar huis kwam, hij hoorde voorzichtig zingen in de grote wee (wei) en hij ging der naartoe en ’t waren daar twaalf vrouwmenschen die daar dansten hand in hand en ommekeer zei’n, ’t waren er twee die mekander loslieten en ze lieten hem midden in de ronde en ze dansten rond me, en ze hadden bovendien geen kleers aan. Dat kam maar achter den twaalven overtijd, niet voor den twaalven.
Beschrijving
Een knecht die laat op de avond naar huis kwam, hoorde vrouwenstemmen zingen. In de weide zag de knecht twaalf naakte vrouwen die hand in hand in een kring dansten. De vrouwen lieten de man in het midden van de kring staan. Zulke dingen konden enkel gebeuren na middernacht.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (franse grens)
130
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Roesbrugge 
Roesbrugge 