Hoofdtekst
Dat was in Stokrooie en we gingen naar huis. Het was een beetje na twaalf uur en dan spookt het altijd. Ze zeggen: "Tussen twaalf en één is alle kwaad gespuis op de been." Op ne keer kwam daar ne hond op ons af met gleunige ogen. In het begin waren ze zo groot als rondellen en dan nog groter dan tassen. Ik liet den hond uit, maar die zag niets en ’s anderendaags vertelde ik dat en toen vroegen ze thuis wanneer dat geweest was. Ik zei: "Het was twaalf uren door." "Dat zal wel zijn, zei mijn moeder, tussen twaalf en één is alle kwaad gespuis op de been."
Onderwerp
SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).   
Beschrijving
Enkele mannen die tussen middernacht en één uur terugkwamen van Stokrooie, zagen een hond met gloeiende honden op hen af komen. De ogen van de hond werden steeds groter en groter. De hond die de man bij had, zag het spookdier niet. Toen de man later aan zijn moeder vertelde wat hij had gezien, antwoordde die: "Ja, tussen twaalf en één is alle kwaad gespuis op de been!"
Bron
A. Princen, Leuven, 1965
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (tussen hasselt en beringen)
173
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Zolder   
Plaats van Handelen
Stokrooie