Hoofdtekst
In '30 waren dat op het Eetseveld twee mensen. Mijn broer die woonde daar, die was daar getrouwd. De mensen zegden allemaal: ''t Is toch wel iets, daar liggen ze allebei.' Die waren ook naar Cobbeberg gegaan. In de processie, dat weet ik nog goed - we waren juist in de Velkuilenstraat - daar kwamen ze V. halen. R. was er ook bij. In één kamer lagen ze, hier Reinder, en daar Geertrui. Toen de pater binnenkwam, toen keken ze nogal omhoog. Die twee hadden daar ook wel eens naar gekeken, maar toen de pater binnenkwam trokken ze de buiten in, ze spraken subiet latijn. De pater had eens efkes gekeken. 'Die sterven niet', zei hij, 'die sterven niet.' De pater had rap gedaan. Daar in den omtrek was er ene die altijd kwam lenen. Dan was het voor brood: 'we hebben geen brood meer', dan voor de schaar... Maar ze mochten aan niemand niks meer lenen, ze moesten van het geleeg blijven. En die hebben nog lang geleefd. Ze zijn nog niet zo lang geleden dood.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Op het Eetseveld lagen Reinder en Geertrui doodziek in bed. Toen de processie naar Cobbeberg door de Valkuilenstraat kwam, moesten dokter V.en dokter R. het gezelschap verlaten om naar de zieken te gaan kijken. De pater die Reinder en Geertrui had bezocht, had gezegd: "Die twee sterven niet." De pater gaf de zieken de raad om aan niemand nog iets uit te lenen. In de buurt woonde namelijk een vrouw die vaak melk of een schaar kwam vragen. Kort daarna zijn Reinder en Geertrui genezen.
Bron
R. Celis, Leuven, 1954
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (bree en omstreken)
In het jaar 1930, aldus de informant
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Geertrui   
Reinder   
Naam Locatie in Tekst
Bree   
Plaats van Handelen
Eetseveld   
Cobbeberg   
Valkuilenstraat