Hoofdtekst
X: En heb je nog horen vertellen over de weerwolf?8: De weerwolf?II: Wel, de wolf in de put. Als je een steenput moest opendoen, je moest dan een kaars branden in die put, je mocht niet direkt in die put gaan, je moest eerst een kaars branden om te zien of er lucht in de put was. En als de kaars uitdoofde, de wolf zit in de put, zei men dan.8: De wolf zit in de put. Ja, als je je steenput moet opendoen, je moet dat een tijdje openlaten voor je erin gaat, want er moet lucht inkomen hé. Je mag er niet direkt ingaan want je zou je adem afgesneden zijn. Je moest er een kaars inzetten en als die uitdoofde zei men dat de wolf in de put zat.II: Ja, de weerwolf, dat zal het zijn. De wolf in de put.
Beschrijving
Als men een steenput moest openmaken, dan mocht men nooit onmiddellijk in de put afdalen. Eerst moest men een kaars branden om te kijken of er zuurstof in de put was. Als de kaars doofde, dan vertelden de mensen dat de wolf in de put zat.
Bron
M. Sohier, Leuven, 1982
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
west-vlaams (poperinge)
IIB
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Poperinge