Hoofdtekst
Papa vertelde dat er een keer een was in Gyverinkhove die ossan egen de pasters was, en ’t kwamen zovele ratten in zijn huis dat ze met hem kwamen eten aan tafel, en hij heeft moeten schone klappen omdat ze gingen weggaan. En ze gingen toen weg al ’t gotegat.
Beschrijving
Een ongelovige man kreeg te kampen met een rattenplaag. In zijn huis zaten zoveel ratten dat de dieren zelfs op de tafel kropen om te eten. Pas na heel wat mooie woorden te hebben gesproken, slaagde de man erin de de ratten te laten weggaan langs het afvoergat voor het water.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (franse grens)
460
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Beveren