Hoofdtekst
Over heg en haag naar Lede.Op de langen Akker stonden er zeven lindekens. Het laatste is nog maar enige jaren weg. Te Wanzele woonde er een oude man en zijn vrouw en die vertelden dat er vroeger een kleemhuizeken stond waar dat zij nu woonden, daar woonde een vrouw met haar dochter die vree (vrijde). Ze hadden nogal een slechte naam en de jongen peinsde: ik zal eens opletten. Op een avond meenden de vrouw en haar dochter dat hij sliep. De vrouw nam een potteke van de schouw met een soort heksenpoeier. Ze streken dat aan hun handen en aan de plank van hun voeten. Dan zeiden ze: “Over heg en haag, we wensen ons naar Lede aan de 7 lindekens” en ze vlogen weg. De jongen had alles gezien. Hij deed alles achterna en zei: “Door heg en haag” en hij kwam aan de zeven lindekens. Ze waren daar aan ’t zingen: “Zaterdag, zondag” en ze dansten in de ronde. Maar hij was nijg (geweldig) gekwetst want hij had gezegd: “door heg en haag” in de plaats van “over heg en haag”. Ze herkenden hem daarmee niet. Hij begost mee te zingen maar hij zong er “maandag” bij en riep: “Nog zo schoon als ’t uwe”, en al mee ne keer waren ze allemaal weg.
Onderwerp
SINSAG 0511 - Über Weg und Steg   
SINSAG 0503 - Die gestörte Hexenversammlung (Tanz, Mahlzeit).
  
SINSAG 0512 - Hexe fährt durch die Luft; Späher fliegt mit.   
Beschrijving
Op de Lange Akker stonden zeven lindebomen. In een lemen huis woonden een moeder en een dochter die een slechte naam hadden. Toen een jongen een relatie had met de dochter, wilde hij het fijne van de zaak weten. Wanneer hij op een avond in dat huis zat, deed hij alsof hij in slaap was gevallen. De vrouw zag hoe de jongen een potje met heksenpoeder van de schoorsteen nam. Beide vrouwen strooiden het poeder op hun handen en voetzolen en zeiden vervolgens: “Over heg en haag, we wensen ons naar de zeven linden in Lede”. Daarna vlogen de vrouwen weg. De jongen, die alles had gezien, wilde de vrouwen nadoen. Hij vergiste zich echter en zei: “Door heg en haag”. Zwaargewond kwam de jongen bij de zeven lindebomen, waar de vrouwen zongen: “Zaterdag, zondag” en in een kring dansten. De jongen zong mee, maar voegde er “maandag” aan toe en riep: “Nog zo schoon als het uwe”. Daarop was het hele tafereel verdwenen.
Bron
P. Henderickx, Leuven, 1959
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (tussen schelde en dender)
213
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Lede   
Plaats van Handelen
Lede   
Lange Akker