CDEWI0544_0545_32247

25 E -Wat dat ik hier ook horen vertellen heb, was dat hier in den tijd op den Dries iemand woonde en dat moet geweest hebben rond de eeuwwisseling, dat was de oudste zoon van een gezin die ôt (had) kennis gemaakt met een meisje hier van de Wolvenhoek, dat is hier tegen, maar dat was niet met de goesting (naar de zin van) van die jongen zijn moeder, dat meisje dat hier woonde, was allez, dat was een arm gezin, ze waren met negen kinders en zij was de jongste van negen en en dat was de goeste niet van die moeder en die moeder al gelijk en ôt (had) ze geen slechte naam dat niet ze, maar ze ôt hem toch een keer verwittigd dat hij een keer de zwarte katten zou tegengekomen hebben als hij hier bleef komen en inderdaad, hij kwam hier te vrijen, maar hij had hij heel zeker zijn toer een keer gemaakt in de plaats van naar huis te gaan, naar de Dries was hij heel zeker al de plaotse (het plein) rondgegaan en hierboven die staat er op de berg hier daar staat er een Kruis-Lieve Heere en vroeger -om u te zeggen- vroeger was dat een houten kruis, dat was een kruis dat veel waarde ôt (had), dat was in hout hé, maar dat is geschonden geweest en nu is dat een plastieken, maar d’er staat nog altijd een kruisbeeld op dezelfde plaats. En als hij op dat kruispunt daar kwam hé, al met een keer rondom hem allemaal zwarte katten die daar liepen en die katten, hij kon abij (bijna niet) verterten (een voet verplaatsen) of hij zat op een kat. En die katten zijn met hem meegegaan tot aan zijn deur en op een zeker moment waren die katten allemaal weg, ziet ge het, die waren verdwenen. Allez, was dat nu, mijn gedacht, was het ook een die een beetje, allez ...II -Hij zag misschien beestjes (m.a.w. was dronken).25 -Hij zal misschien beestjes gezien hebben ja ja. (lacht). Maar allez, ze staken dat daar thuns (dan) op hé.I -En was zijn moeder dus een heks eigenlijk?25 -Nee, nee.26 -Ze ôt (had) wel de naam. 25 -Ôt ze de naam?26 -Ja. Mag ik ertussen komen (onderbreken)?25 -Ja ja.26 -Ze ôt (had) wel de naam dat ze iets kon. Ze ôt (had) wel de naam. Het is van hem zelf dat we het weten hé. En hij zegt, of dat hij nu gedronken ôt (had), ja dat weet ik niet, maar ze gingen daar thuns (toen) ook veel op café.25 -Ah, nee zeker!II -Maar ‘t was zijn moeder die d’er tegen was?26 -Jaos, ‘t was zijn moeder.

SINSAG 0547 - Hexe zaubert den Weg voll Kaninchen, weisse Katzen, Schafe, usw., um den Weg zu sperren.    SINSAG 0547 - Hexe zaubert den Weg voll Kaninchen, weisse Katzen, Schafe, usw., um den Weg zu sperren.   

SINSAG 0608 - Andere Begegnungen mit Hexentieren.    SINSAG 0608 - Andere Begegnungen mit Hexentieren.   

Een jongen uit Sint-Goriks-Oudenhove was verliefd op een meisje uit de Wolvenhoek. De moeder van de jongen keurde de relatie echter niet goed omdat het meisje uit een arm gezin van negen kinderen kwam. De moeder had haar zoon gewaarschuwd dat hij zeker een keer zwarte katten zou tegenkomen als hij dat meisje zou blijven zien. Toen de jongen bij een kruisbeeld kwam, zag hij daar overal zwarte katten lopen. De katten hebben de jongen begeleid tot hij thuis was. Daar waren de dieren plots verdwenen. Sommige mensen beweerden dat de moeder van die jongen een slechte naam had.

C. De Winne, Leuven, 1999

2.1 Heksen

oost-vlaams (groot-zottegem)

25E

fabulaat

Sint-Goriks-Oudenhove    Sint-Goriks-Oudenhove   

Wolvenhoek    Wolvenhoek   

Sint-Goriks-Oudenhove    Sint-Goriks-Oudenhove