Hoofdtekst
I En weet ge zo ook iets van bijvoorbeeld zo dwaallichtjes, ge weet zo van die lichtjes ...2 E - StalkeersenI - Maar een stalkaars is nog iets anders.2 - Die zweven dus ...I - Ja, en soms dachten ze dat dat de ziel van een overledene was.2 - Luistert, euh, kijk, ik ga beginnen dus van op een kerkhof vroeger dus, een grote persoon die geweldig gebeten was en zijn lichaam begon te vergaan en hij was half rot zou ge zeggen en die aarde die er bijvoorbeeld op lag die was niet zwaar, zo lichte grond en in de benen zit fosfoor hé en dat kwam naar boven door de aarde en van 't moment dat fosfoor in contact komt met de lucht begint dat vanzelfs te branden hé en dan had ge zo kleine vlammetjes boven een graf en dan zeiden ze daarop kleine duiveltjes, verstaat ge ? Dat was echt en de mensen zeiden duiveltjes, maar dat was die fosfoor dat is later allemaal onderzocht geweest hé.I - En wat dachten ze dan, dat dat zielen waren of zo ?2 - Ah, dat dat duiv ...., ah spoken of de duivel hé ofII - Op het kerkhof hé...2 - Of die zwarte magie hé.I - Ik heb ooit horen vertellen dat ge daar niet moogt naar wijzen of ze komen af en uw vinger rot af dan.2 - JajaWaren dat vlammetjes of ronde lichtbollen ?I - Ja, dat hangt er van af, ik weet niet juist ...
Beschrijving
Boven een graf kon men soms kleine vlammetjes zien. De mensen geloofden dat dat duiveltjes waren. In werkelijkheid was het de ontbranding van de fosfordampen die vrijkwamen uit een lijk dat ondiep was begraven.
Bron
C. De Winne, Leuven, 1999
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
oost-vlaams (groot-zottegem)
2E
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Strijpen