Hoofdtekst
Die tovenaars dat was in den tijd van de grote armoei, en dat waren mannen die voor enigste jaren hun ziele verkochten om een wat geld te verdienen. En voor iet te doen, bezaten ze boeken, en als ze die boeken wegdeên waren ze hun macht kwijt, maar ze deên toch eerst graag hun jaren uit. En als ze kinders hadden moesten ze dat eerst aan die kinders overzetten, of ze hadden veel moeite om te sterven.
Beschrijving
Tovenaars waren arme mensen die hun ziel voor enkele jaren aan de duivel verkochten om aan geld te geraken. Die mensen bezaten boeken. Als ze hun boeken kwijt waren, konden ze niets meer. Als die mensen kinderen hadden, konden ze pas sterven nadat ze hun toverkracht aan die kinderen hadden doorgegeven.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
2.3 Toverboeken
oost-vlaams (denderstreek)
623
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Aspelare