Hoofdtekst
18F’’ Ja. Toen ik thuiskwam met mijn been, (?) toen ging ik daar naartoe. En die overleesde dat. En die hield dat zo vast van boven, en die ging langzaam naar beneden, en die pijn ging mee. (?) Zo die grellige (erge) pijn. y1 Ja, voor tandpijn hebben ze dat toch ook. En dan ben je daar toch ook van verlost.18F’’ Ja, dat bestaat. En meer dan je denkt. Ja, ik zou daar al eens meer heen rijden, maar dat is in Lummen en dat is verschrikkelijk als je daar moet zitten rondrijden. Ja, en die kan dat zeggen van: daar zit een duvel in of zo.y1 Die weet dat dan.18F’’ Die weet dat, ja. Het zijn geen prullen als je daarmee zit.y1 Het is maar goed dat die er nog zijn, dat die ze kunnen pakken.18F’’ Ja, maar als er nu geen pastoors meer zijn, wat dan, duvel helemaal baas! Maar vroeger klapten (praatten) ze daar meer van. Maar ik klap daar ook niet van onder mensen of tegen niemand zo.y1 Ja en op sommige personen hebben ze geen vat.
Beschrijving
In Lummen woonde een vrouw die tandpijn kon wegnemen door te overlezen. Die vrouw kon de duivel verjagen, zodat de mensen geen pijn meer hadden.
Bron
T. Bergen, Leuven, 2003
Commentaar
2.2 Tovenaars
vlaams-brabants (groot-aarschot)
18F''
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Langdorp   
Plaats van Handelen
Lummen