Hoofdtekst
Gories Mie woonde niet ver van ons moeder. Daarom was zij goed gekend. Ze ging nog in een huis aan de andere kant van hen. Ze hadden bij de paters van Gent geweest (Augustijnen) voor een meisje dat niet goed was en die moeder zegt: „Gastjes, ge moet zien dat Gories Mie niet binnenkomt, want het is de negende dag vandaag of we zijn verloren. Als ze moest binnenkomen, zie dat ge haar niets geeft of niets zegt".En de negende dag kwam ze binnen en ze zei: „Kan ik geen bolleke twijn krijgen? Ik heb geen twijn meer en ik ben aan ’t naaien…". En die jongens hadden dat gegeven en hun moeder kwam binnen. „Wat gaan we nu tegenkomen", riep ze. En Gories was nog niet buiten,vertelde ons moeder of dat meisje begint te huilen en te tieren en aan haar ogen te trekken. Zij terug naar de dokter en ze heeft een oog verloren geweest. En zij stak dat op haar.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een familie was bij de paters geweest voor een ziek dochtertje. Op zekere dag sprak de moeder: “Zorg dat de toveres hier vandaag niet binnenkomt, want het is de negende dag en anders zijn we verloren. Als ze zou binnenkomen, geef haar dan niets en spreek niet met haar”. Nog diezelfde dag kwam de toveres een bolletje garen vragen omdat ze aan het naaien was en geen garen meer had. De toveres was nog maar net buiten, of het dochtertje begon te huilen en aan haar oog te trekken. Het meisje is haar oog kwijtgeraakt.
Bron
L. D'haeze, Leuven, 1975
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (zuiden)
108E
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Volkegem