JASPE0240_0241_11989 - De verzonken koets van het Hof ter Hille

’t Hof ter Hille op Oostduinkerke, dat ligt daar in de Zilte (lage plaats), Juul Nollet woont daar nu. Die eigenaresse, dat was een van Nieuwpoort, ging haar pachter bezoeken en ze deed haar voeren door ’n koetsier en as ze op een 30 meter van ’t hof ter Hille waren zegt die koetsier:“Met gods’ genade en god’s willezijn we al gauwe op ’t hof ter Hille”en die eigenaresse antwoordde nog:“zonder god’s genade en zonder god’s willegeraken me (we) ook wel op ’t hof ter Hille.”Zodat ze zij dat uitspreekt, springen d’r twee hoens (honden) dit aan weerskanten van de strate, twee grote zwarte hoens, en ze bijten de stringen (touwen, strengen) af van die peerden, zo, die koetsier springt uit die koetse voor ze peerd tegen t’houden en die koetse begint rond te draaien, de grond in. Die pit (put) is nog te zien, j’is nog niet geheel toe. Dat is een grondeloze pit he. D’oude mensen zeggen datter daar zoveel in gevoerd is, meer of de kerke. Nollet zelve heeft er duizend karren zand in gesmeten. Dat ligt juiste bachten (achter) ’t hof. Dat is een kilpit met drijfzand he.

SINSAG 0918 - Teufel führt Sünder mit.    SINSAG 0918 - Teufel führt Sünder mit.   

De eigenares van Hof ter Hille, gelegen op de weg naar Oostduinkerke, ging op een dag met de koets haar huurder bezoeken. Op zo'n dertig meter afstand van Hof ter Hille, sprak de koetsier: "Met Gods genade en Gods wil zijn we al gauw op Hof ter Hille". Daarop antwoordde de eigenares: "Zonder Gods genade en zonder Gods wil geraken we ook wel op Hof ter Hille". Het volgende ogenblik sprongen er twee zwarte honden uit de berm, die de touwen van de paarden stuk beten. Terwijl de koetsier achter de paarden aan liep, begon de koets te draaien en verdween in een bodemloze put.

J. Aspeslagh, Leuven, 1958

4. Historische sagen

west-vlaams (kamerlingsambacht)

314

fabulaat

Hof ter Hille (Oostduinkerke)    Hof ter Hille (Oostduinkerke)   

Nieuwpoort Bad    Nieuwpoort Bad   

Oostduinkerke    Oostduinkerke