Hoofdtekst
Beschrijving
De koster van Overhespen had al een hele tijd pijn aan zijn tanden. De meid van de pastoor beweerde dat ze de man kon genezen en sprak tot hem: “Je moet om middernacht een mol vangen en die in je handen doodknijpen. Je zal dan in die hand de kracht hebben om de pijn te genezen. Die macht heb je drie maanden lang”. De man deed wat de meid hem had aangeraden en wreef vervolgens met zijn hand over zijn tanden. Daarna was de tandpijn verdwenen. Vóór de drie maanden verstreken waren, heeft die man nog een andere man van zijn tandpijn genezen. Die man moest een week later zijn tand toch laten trekken.
Bron
D. Herbots, Leuven, 1974
Commentaar
brabants (oosten)
98I
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Wange   
Plaats van Handelen
Overhespen