Hoofdtekst
Heks houdt man tegen en eist zijn fiets.Ik kwam 's nachts een heks tegen. Ik had ne bak bier gedronken en ik kwam naar huis en als ik ontrent thuis was, toen kwam ik één tegen en die deed me stoppen en die pakte mijne v[e]lo af. Ik moest mijne vlo afgeven en 's anderendaags stond mijne velo terug aan 't huis. Ik was ik nie kloek aan zo'n heks zalle. Haare naam kan ik nie meer zeggen. Dees was nog geen ouwe, zalle. Veertig jaar, da zal ze hoop en al geweest zijn. En welle woonden tegen de bos zo hè, da was aan den éne kant bos en aan den andere kant kant en daar was 't. En ze zei da'k mijne vlo moest afgeven en ik hadde kik ook schrik hè. Ja, ik zen dan naar huis gegaan, want ik was ontrent thuis zalle. Voor wa ze dieje nodig had da weet ik nie. Ze had zo een nachtgewaad aan, een slaapkleed, wit. En dat is echt waar geweest. De mensen lachten met haar, daar werd zo veel verteld da nie waar was hè. Die was ook getrouwd en zo zalle, en ze had twee kinderen geloof ik. Toen gebeurden zo vanalle aarige dingen, hè. Maar veel weet ik daar ook nie van zalle. Weete, ik geloof daar niet te hard in, zalle, da's allemaal praat. Maar toen met dieje vlo had ik wel schrik.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een man die 's nachts dronken naar huis reed, kwam een heks tegen, die hem zijn fiets afnam. De voglende dag zag de man zijn fiets opnieuw bij zijn huis staan. De man was bang voor de heks, die een wit slaapkleed droeg. De heks was getrouwd en had twee kinderen.
Bron
K. Debruyne, Leuven, 2002
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (westerlo en omstreken)
8A
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Laakdal