Hoofdtekst
Clettes gebuur bakte brood in den heerd. D’r kwam daar altijd maar een katte aan de kant van den heerd zitten. ’t Brood wilde maar aan geen kanten oprijzen. Hij gloeide een tange en pakte die katte met de gloeiende tange bij haar kele. ’s Anderendaags liep Clette heel verbrand rond. ’t Was door haar schuld dat de bakte tegensloeg.
Onderwerp
SINSAG 0640 - Hexentier verwundet: Frau zeigt am folgenden Tag Malzeichen.
  
Beschrijving
De buurman van een heks was brood aan het bakken. Naast de haard liep de hele tijd een kat. Vreemd genoeg wilde het brood maar niet rijzen. Boos nam de man de gloeiende pook uit de haard en sloeg de kat ermee tegen de nek. De volgende dag was de buurvrouw van die man helemaal verbrand. Het was haar schuld geweest dat het bakken mislukte.
Bron
W. Van Houcke, Leuven, 1970
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (houtland)
448
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Eernegem