Hoofdtekst
Da was Bans van Zittaart, dieje had het erg. Hij was do al veul veur gegaan, ma hij geraakte do nie vanaf. Toen ging hem eens no de pastoor en dieje zei "’k zal er u vanaf helpe ma dan moete mij streng belove as da ge alles zult doen wa’k zeg". "Jo- zei dieje - ‘k zal alles doen". En toen zee de pastoor "ge moet op beevaart gaan en aan ieder kapelleke moete ne paternoster bidde. "Jo - zei dieje - ma do zijn geen kapellekes". De pastoor zei "da zulde wel zien".Dan ging hem en do was ’t één kapelleke op ’t ander. En do liepe jonge vrallie en die wilde hem weg hemme. Ma hij ging toch ma veurt en hij dee alle kapellekes. Dan ging hij nog de pastoor en de pastoor zei "ik hem nog meer afgezien dan gij, nog veule meer". En toen was hem er vanaf.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Omdat Bans V.Z. behekst was, ging hij naar de pastoor, die zei: "Ik zal je helpen, maar dan moet je beloven dat je alles zal doen wat ik je opdraag". De man moest op bedevaart gaan en bij ieder kapelletje een paternoster bidden. Hoewel op die weg voorheen geen kapelletjes hadden gestaan, stond de plaats nu opeens vol met kapelletjes. Er liepen jonge vrouwen rond, die Bans wilden wegjagen. Zo raakte Bans van de hekserij verlost.
Bron
M. Vankerkhoven, Leuven, 1964
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (grensgebied kempen-hageland)
542
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Bans V.Z.   
Naam Locatie in Tekst
Meerhout