Hoofdtekst
Dat was daar een die zijn kappe over d’hage gesmeten hadde. ’t Was daar alle nachtende gespuis, de laatsten die naar zijn bedde ging, kreeg een klets op zijn konte, de koeien waren met nulder steert aan ’t dilt gebonden, de knecht was alle navende ’t ende (doodop), ’t was lijk te lastig om te werken daar, de windemuelen droei ’s nachts en ’t robbelde daar op de zolder. De paters hebben daar geweest om te lezen.
Beschrijving
In het huis van een geestelijke die het seminarie had verlaten, gebeurden allerlei vreemde dingen. 's Ochtends hoorde men geluiden, de laatste persoon die 's avonds ging slapen, kreeg een slag op zijn billen, de koeien werden met hun staarten aan elkaar gebonden, de windmolen draaide 's nachts, op de zolder hoorde men geluiden en de knecht was iedere avond uitzonderlijk moe. Uiteindelijk werd het huis overlezen door de paters.
Bron
A.-M. Devynck, Leuven, 1965
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (franse grens)
546
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Krombeke