Hoofdtekst
Minse worre vuile prôt on 't vertelle. Ne fatsoenlijke mins ze: 'Zijt dji ni beschômt?' Ze zeje: 'As den duvel dôr is, datter benne komt' en do kâm ne zwatten hond onder de tôfel ligge.
Onderwerp
SINSAG 0917 - Teufel (in Tiergestalt) erschreckt Sünder (Fluchende, Holzdiebe, Sonntagsschänder oder Spötter).   
Beschrijving
Een vrome man vroeg aan een kerel die onfatsoenlijke zaken aan het vertellen was: "Ben jij niet beschaamd?" Daarop antwoordde de kerel: "Als de duivel daar is, dan moet hij maar binnenkomen!" Het volgende ogenblik kwam er een zwarte hond onder de tafel liggen.
Bron
M. Hermans, Leuven, 1966
Commentaar
3.1 Duivels
limburgs (herk-de-stad)
951
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Berbroek