Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

LOMBO113

Een personal narrative (mondeling), donderdag 19 november 1998

Hoofdtekst

TM: "Dan heb je zelf ook een beetje een sociale functie als taxichauffeur."
JK: "Ja, maar dat is het over het algemeen, hoor. Dat is het over het algemeen, want juist omdat er ook mobilofoon in de auto zit, en via de centrale; wanneer d'r een taxichauffeur lastig gevallen wordt, dan wordt de mobilofoon ingedrukt en dan staan d'r gelijk - waar ze vandaan komen weet je niet - maar dan staan d'r gelijk twintig chauffeurs om je heen om je te helpen, wanneer d'r moeilijkheden zijn. Ja, want collega's laten mekaar dus echt niet in de steek. Dat is mij zelf ook één keer overkomen, maar dat was van die klant gewoon een vergissing. Want ik kom 'm nog wel eens tegen, want wat dat betreft vonden de klanten mij dus een... Want ze zijn in staat om nu nog te zeggen: "Hé, chauffeurtje." Ik kwam er gisteren nog één tegen, die zei van: "Hé, wat doe je? 't Is wel veranderd op de taxi, hè? Want vroeger werd d'r zonder klok gereden." Hij zegt - een Utrechtenaar - : "Dan gaf ik een halve meier", hij zegt: "maar nu rijden ze allemaal met de klok", hij zegt: "krijgen ze geen fooi meer ook." Hij zegt: "Je kent me," hij zegt: "als de rit ƒ25 was en de klok werd niet aangezet, dan kreeg je ƒ30." Ik zeg: "Ja joh, zo ging dat vroeger." Hij zegt: "Maar tegenwoordig is het allemaal anders." Nee, maar, een taxichauffeur heeft, als 'ie het nog niet heeft, als 'ie het niet van zichzelf heeft, leert 'ie mensenkennis toch wel op de taxi. Want ik weet het uit mijn eigen ervaring, dat wanneer je dus op een wildvreemde plek staat, en je ziet dus klanten aankomen, dan probeer je voor jezelf al een beeld te vormen van: wat stapt er in? En dan zie je over het algemeen wel een... taxeer je een soort gedrag van mensen. En een taxichauffeur heeft uiteraard de bevoegdheid dat als iemand helemaal - laat ik het maar zo zeggen - bezopen is en je ziet dat 'ie over moet geven, ja, om natuurlijk niet in te laten stappen. En te zeggen van: "Ga maar wandelen." En dan zal ik er nog eentje, één vertellen. Dat is ook echt gebeurd. [...] Ja, kijk, het stationwerk dat is natuurlijk... 's nachts rijden er geen treinen meer. Toen reed ook de trein naar Amsterdam nog niet - dat is een soort nachtverbinding geworden. Maar toen nog niet. Dus dan had je niet veel stationwerk meer. Dus ik pak ook een meisje op vanuit de Neude en dan - wanneer u Utrecht kent - vanuit de Neude, de Berchmakersstraat, de Breedstraat, ja, in ieder geval de Hopakker over en dan kom je dus bij de Utrechtse molen, die oude molen die d'r staat; dat stukje heet Hopakker. Het meisje moest naar Overvecht. En het gebeurde 's morgens om half zes, dus net voordat m'n dienst afgelopen was. En net 20 meter voor de hoek van de Adelaarstraat - 't kan 25 meter geweest zijn... Ik rij dus niet hard, ik was geen wilde racer. 't Was ongeveer 25 meter voor die hoek, bij die molen - en de Adelaarstraat is een voorrangsweg, dat weet je, als je op de weg zit, dan weet je waar je wel in en waar je niet uit mag. En net daar rijden twee dronken mannen, op de fiets. En eentje valt er voor m'n auto. En dat was dus net even voor die kruising. En gelukkig reageerde ik snel: ik ontweek 'm, keek nog achterom. Ja, ik zat op de kruising, en d'r kwam van links een auto... en toen lag m'n hele neus van m'n Mercedes d'r af. Gelukkig m'n neus van de auto, dus het scheelde maar een halve meter of hij had de chauffeur ten eerste dus gepakt. In dit geval was het dus de neus van de Mercedes 200. Dus die zat in mekaar. De dame wordt opgehaald door een collega en wordt dan uiteraard dus geschrokken naar huis gebracht. Zelf kan je dan dus niet meer verder. De twee dronken heren die stonden aan de overkant bij de sigarettenwinkel te kijken. Zelf als chauffeur zijnde ben je dan trots of... ja, dat je iemand heb... dat je toch iemand ontwijkt want... Ja, je auto zit in elkaar. Maar dan dus het hele typische. Ik weet niet welke agent dat was. Uiteraard, het ongeluk is dan gebeurd, er zijn gelukkig geen persoonlijke ongelukken. Maar toen kwam de verkeerspolitie van Utrecht d'r uiteraard bij om de schade op te nemen en de schuldige aan te wijzen. Nou ja, de schuldige was niet zo moeilijk, want èh, ik reed een voorrrangsweg op. Maar door die situatie. En toen maakte dus één agent dus zo'n opmerking: "Had maar niet uitgeweken"."
[TM kijkt bedenkelijk]
JK: "Ja. Dat èh... een harde opmerking. Waar ik eigenlijk... daar was ik niet zo gecharmeerd van. Gelukkig is dat ongeluk ook de enigste keer dat ik dus in die tien jaar tijd dus op deze manier dus een aanrijding gehad heb. Ja, en een keer iemand achterop gereden. Maar die opmerking toen dus van die agent, nee, dat kwam ècht niet prettig over."
(Interview met Joop Kerkhof, Lombok, Utrecht, 19 november 1998, 10.30 - 13.00 uur. Interview: Theo Meder. Het afschrift bevat een selectie van het interview; banden archief Meertens Instutuut)

Beschrijving

De verteller heeft als taxichauffeur een aanrijding gekregen met een auto, toen hij uitweek voor een dronken man die van z'n fiets viel. De verkeerspolitie komt de aanzienlijke schade aan zijn auto opnemen. De taxichauffeur is er trots op, dat hij de dronken man ontweken heeft, maar de agent zegt: "Had het maar niet gedaan." De verteller vindt dit een buitengewoon nare opmerking.

Bron

n.v.t. Bandopname archief Meertens Instituut.

Commentaar

19 november 1998

Naam Overig in Tekst

Utrechtenaar    Utrechtenaar   

Neude    Neude   

Hopakker    Hopakker   

Overvecht    Overvecht   

Mercedes    Mercedes   

Naam Locatie in Tekst

Amsterdam    Amsterdam   

Utrecht    Utrecht   

Berchmakerstraat    Berchmakerstraat   

Breedstraat    Breedstraat   

Adelaarstraat    Adelaarstraat   

Datum Invoer

2013-03-01 14:46:21