Hoofdtekst
We kwamen is van Senderloêi. We kwamen op de Schom. Iniêns huêrden we iets: "Beu, beu", zjust as een geit. Deur den duur zat t’er zoê ne groêten hond veur mich. Ich zee hêt op: "In Gods naome, wa da ok is, ich gön voêts." Toen was ’t eweg.
Onderwerp
SINSAG 0333 - Spuktier erschreckt Wanderer (und begleitet ihn).   
Beschrijving
Enkele mensen die terugkwamen van Tessenderlo, hoorden op de Schom een geluid dat leek op het geblaat van een geit. Even later zag één van de mannen een grote hond voor zich zitten. Daarop sprak de man: "In Gods naam, wat het ook is, ik ga verder". Het volgende ogenblik was het dier verdwenen.
Bron
C. Ooms, Leuven, 1968
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (beringen en omstreken)
153
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Paal   
Plaats van Handelen
Tessenderlo   
Schom (Tessenderlo?)