Hoofdtekst
Ciliake, d'aad (= oud) Ciliake aan de trappen op, aan de 'kattestraat', dat he(ef)t Alfonsine D. W. vol luis (= luizen) gezatte (= gezet), wei het 'op Calvarie' (= heuveltje in Maastricht met hospitaal) ging zijne nonk bezoeken; het zat heel vol luis (= luizen) wei het doa kwam! De zuster he(ef)t moeten zijne kleer uitdoen en ontsmetten of iet!... Alfonsine D.W. ging noa 't aad Peeke 'op Calvarie', -die was geöpereerd, hein! - en het ging noa de pos(t)meester, doa was een die ging ook met. En die stond neven Alfonsine op de platforem, hein! die houwde en sloeg altijd op oech (= U) hein! Maar as ge kon, hein, moes(t) ge hoger houwen, dan konden ze oech (= U) niks doen. Maar Alfonsine wis(t) dat nie en het komt 'op Calvarie', en het deed zo, en het deed al zo, en ze ze(g)t tegen de zuster 'ich ben nie goed.' - 'Wa is dan doa, juffrouw?' ze(g)t de zuster, hein! - 'Ja, ze(g)t Alfonsine, doa zit iet op miche!' en ze deed het uit en het zat zo vol luis as het ging!
Onderwerp
SINSAG 0582 - Hexe schickt Läuse, Flühe, Mäuse.
  
Beschrijving
Toen Ciliake uit de Kattestraat zijn oom op de Calvarie ging bezoeken, werd hij door Alfonsine D.W. vol luizen gezet. Een tijdje later ging Alfonsine naar de oom die geopereerd was. De oom wist echter dat hij zijn hand steeds hoger moest houden dan die van een heks. Alfonsine riep de verpleegster en zei: "Ik voel me niet goed. Er zit iets op mij!" De heks trok haar kleren uit en bleek zelf vol luizen te zitten.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (tongeren en omstreken)
616
fabulaat
De Calvarie is een heuveltje in Maastricht waarop een ziekenhuis stond.
Naam Overig in Tekst
Alfonsine D.W.   
Ciliake   
Naam Locatie in Tekst
Millen   
Plaats van Handelen
Kattestraat   
Calvarie (Maastrich)