Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

WACHT0344_0345_3823 - (Farçeursage) Spookverschijning

Een sage (mondeling), 1971

Hoofdtekst

Dat was een knecht van in de twintig jaar hè, een forsgebouwde en die was voor niks bang, voor niet! Maar hier in de geburen was een farçeur en die had een man op een sjults (= kopeik) gezet, dat zijn van die halve bomen waar takken op groeien en die pakken ze dan voor hout hè, dat waren geen hele bomen en dat hout moesten ze hebben voor brandhout. Ja, die was voor niemand bang en toen waren ze van spoken en van alles bezig. 'Ja, daar spookt het nochtans.' 'Ho wat zou het daar spoken.' 'Ja kom maar eens mee kijken, het spookt daar alle avonden.' Ja, hij mee, maar die vent, die dat gereedgemaakt had, die had daar een man boven ingezet hè en daar een ijzeren draad van zo'n honderd meter aan. 'Ja, en ziet ge dat daar niet op die sjults.' Ja maar terwijl had hij zich gebukt en hij had de draad genomen en daar trok hij eens aan, het was donker. En daar trok hij eens aan en dat spook kwam uit die boom met aan die draad te trekken en weg hè, maar die was nog vóór hem hier hè.- W.A.: en werd er niet gesproken over de kwade hand of zoiets?

Beschrijving

Een boer die een knecht wilde bang maken, had een man op een boomstronk laten plaatsnemen en aan diens hand een lange ijzerdraad vastgemaakt. Toen de knecht van op een afstand stond toe te kijken, trok de boer aan de draad, zodat het 'spook' bewoog en van de boomstronk stapte.

Bron

W. Achten, Leuven, 1971

Commentaar

1.4 Luchtgeesten
midden-limburgs
b
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Zutendaal    Zutendaal