Hoofdtekst
Ich had een tante in Guigoven wonen en dan gingen we doahene, en doa waren neefkes en nichskes, en dan gingen we 's avonds dansen in ene café. Mè dat zegden we nie, we zegden dat we noa 't kapelleke bedevaart gingen. Mè ene keer was doa iet wei ene weerwolef a(ch)ter o(n)s noa gekomen. Toen hadden we bang gekregen en we hebben niemee durven dansen gaan.
Beschrijving
Een meisje dat op bezoek was bij haar tante in Guigoven, sprak met haar neven en nichtjes af om 's avonds te gaan dansen. Aan de tante vertelden de kinderen dat ze op bedevaart gingen naar de kapel. Onderweg naar het café werden de kinderen echter gevolgd door een weerwolf. Daardoor waren ze zo bang dat ze niet meer durfden te gaan dansen.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (tongeren en omstreken)
979
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Tongeren   
Plaats van Handelen
Guigoven