Hoofdtekst
Beschrijving
Een brouwer die een boek had gevonden, deed één van zijn knechten dansen. De brouwer slaagde er haast niet meer in de jongen weer te laten stilstaan. Pas toen hij zijn hand op de schouders van de jongen had gelegd, bleef deze staan. De jongen zag allerlei gedrochten rondom zich. Men moest een zak erwten op de grond gieten, zodat de duivels werk hadden en de jongen met rust lieten. Het kwaad waarmee toverboeken te maken hebben, is allemaal naar de zee verbannen.
Bron
M.-J. Deraemaeker, Leuven, 1977
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
brabants (zuid-west)
164R
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Lembeek