Hoofdtekst
Kledde zat in de wanmolen.De twee gasten van S. moesten om ne wanmolen gaan. ’t Waren mensen gelijk als bomen. Ze kwamen er op hun gemak mee af. Maar mee ne keer werd die molen zo geweldig zwaar dat ze hem moesten afzetten, (neerzetten), ja en ’t waren zo’n sterke mensen. Maar mee ne keer zagen ze ne kledden uit die molen springen en toen kosten ze hem weer dragen zonder moeite.
Beschrijving
Twee sterke mannen droegen met het grootste gemak een wanmolen naar huis. Op zeker ogenblik werd de molen echter zo zwaar dat de mannen halt moesten houden. Nadat ze kledde uit de molen zagen springen, konden ze weer voort.
Bron
P. Henderickx, Leuven, 1959
Commentaar
1.5 Plaaggeesten
oost-vlaams (tussen schelde en dender)
62
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Nieuwerkerken