Hoofdtekst
Mien voader gienk ne keer pinsjoagen (stropen). Olmetnekeer kost ne geen weg ne meer; er vloeog entwodde ip zien skoeren (schouders) en je koste geen stap ne meer verzetten. Je las een gebed en je koste were weg.
Beschrijving
Een stroper schrok toen er plots iets op zijn schouders ging zitten, waardoor hij niet meer voort kon. Zodra de man een gebed had gelezen, kon hij weer verder.
Bron
R. Callens, Leuven, 1968
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (tielt en izegem)
151
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Oostrozebeke