Hoofdtekst
Beschrijving
Een oude vrouw die door de duivel was bezeten, zou door een pater worden geholpen. De pater had zich op de duiveluitdrijving voorbereid door te vasten en boete te doen. Men had de vrouw niet verteld dat er een pater bij haar zou komen. Toen de pater naar het huis op weg was, wist de vrouw exact waar hij zich bevond. De schuim stond haar op de lippen en ze liep tegen de muren omhoog.
Bron
M.-J. Deraemaeker, Leuven, 1977
Commentaar
3.1 Duivels
brabants (zuid-west)
160B
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Lembeek