Registratie zal enige tijd duren. Deze functie is in ontwikkeling.

HSCHO0427_0427_11116

Een sage (mondeling), maandag 14 augustus 1995

Hoofdtekst

X Maar vroeger, de mensen zagen ook visioenen, hé.31 Dat was ook door dat licht van die ‘kèèngké’ (= olielamp).28 Vroeger zaten we altijd …31 Dat flikkerde altijd. En de ‘läöi’ verbeeldden zich dat ook.28 Vroeger zaten we altijd bij Kinne dan ’s avonds, aan Louiske van ‘Roosmer’. Maar daar liep nog ene ’s nachts. En toen was ik ook veertien, vijftien jaar en Louiske was van ‘Roosmer’ en daar liep zo’n ‘Roosmer’wegske, zo’n diepe straat in, dat ging zo af en dan weer zo op. En daar spookte het. En Louiske was in ene keer zo kwaad, hé, omdat Fai dat vertelde, Fai, né. Louis is ook van ‘Roosmer’. Die deed dat voor die jong bang te maken, wùur. En Louiske was zo giftig, omdat ze hem zo bang maakten, hé. Het was altijd maar voor de kinderen bang te maken.30 … (= onverstaanbaar) wat hoger hier.

Beschrijving

In een weggetje in Zichen-Zussen-Bolder liep een man rond, die de kinderen bang maakte.
De mensen waren soms al bang voor het geflikker van een olielamp.

Bron

H. Schoefs, Leuven, 1996

Commentaar

1.4 Luchtgeesten
limburgs (groot-riemst)
28C 427
Omstreeks 1919
fabulaat

Naam Locatie in Tekst

Zichen-Zussen-Bolder    Zichen-Zussen-Bolder   

Plaats van Handelen

Zichen-Zussen-Bolder    Zichen-Zussen-Bolder