Hoofdtekst
dô was ê och een â vrâ di de nôm hâ van een heks te zên; en ne kie kam ich ze allien teige; dan heb ich m’n hând onder mene verschoeut gedôn; zoe hâ ze gien macht nemie.
Beschrijving
Een man kwam een oude vrouw tegen, over wie werd verteld dat ze een heks was. Om zichzelf te beschermen tegen de heksenmacht, hield de man zijn hand onder zijn schort.
Bron
A. Abeels, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (sint-truiden)
499
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Engelmanshoven