Hoofdtekst
As ik van os Sien no hous kwam, was ’t donker. Ik hoor ineens iet roepe, ’t was wijventaal "wacht een beetje ik ga mee". Ik dacht dat is mij toch iets arig. Toen dierf ik nie meer vorotgaan. Ze hee mij gelukkig niks gedaan. Ze zee tegen mij: "Ik kan U. Gij zij ne zoon van Hufkens en van Trees". Toen zei ik "Wie zijre gij?" Mor ze zei het niet. Mor ik zag ze no huis gaan en toen zag ik da ’t Marie van de Klonenmaker was waar da nij da meubelfabriekske is.
Beschrijving
Een man die in het donker naar huis wandelde, hoorde opeens een vrouwenstem roepen: "Wacht, ik ga mee". De man was doodsbang, maar de heks heeft hem geen kwaad gedaan. Ze zei: "Ik ken jou. Jij bent een zoon van H. en van T." De heks wilde zich niet bekendmaken. De man had echter wel gezien dat het Marie V.D.K. was.
Bron
M. Vankerkhoven, Leuven, 1964
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (grensgebied kempen-hageland)
512
memoraat
Naam Overig in Tekst
Marie V.D.K.   
Naam Locatie in Tekst
Meerhout