Hoofdtekst
God van den hemel jaak (ja ik!)! Van spokerije mijne jongen; ‘k He van mijn vadre horen vertellen dat hij naar huis ging en danze daar zaten te kijken naar een zeemeerminne. Zo Jantje Erwagen en mijn vader Sies Verhoye maaktigen da mee. En hij zei dat da nondedomme schone koste zingen. En da was een vrouwmens (vrouw). Ja da verrteldige hij en d’erachter zeit hij tegen mij, want ‘k hoordige geirne vertellen, en k’zatte te luisteren bij (met) mijn mondje open. "Ge zult nu niet durven buiten gaan om te pissen zekere?" En ‘k ware schuw ook want ge moest ne keer zo’n ding tegenkomen.
Beschrijving
Twee mannen die naar huis gingen, zagen onderweg een zeemeermin die mooi kon zingen.
Bron
O. Mattheeuws, Leuven, s.d.
Commentaar
1.1 Watergeesten
west-vlaams (grens oost- en zeeuws-vlaanderen)
3
Vader van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Oedelem