Hoofdtekst
Leon Vanbellens dochter was in kennesse met ne schone jonkheid. Thuis kwamen ze d’rtegen. Framassons dat was raar volk. Leon ging naar de paster. "Als ’t een framasson is, zal hij niet werekomen", zei de paster. Ze moeste haar ne foto aan de deure hangen. ’s Anderendaags hing den anderen zijnen foto daar. Dat was ’t teken dat hij niet ging komen.
Beschrijving
Een meisje had een relatie met een jongen, hoewel haar ouders zich ertegen verzetten. De vader van het meisje ging te rade bij de pastoor, die tot hem sprak: "Je moet een foto van je dochter aan de deur hangen. Als die jongen een framasson is, zal hij niet terugkomen". De vader deed wat hem was aangeraden. De volgende dag hing er een foto van de jongen naast die van zijn dochter. Dat was een teken dat de framasson niet zou terugkomen.
Bron
W. Van Houcke, Leuven, 1970
Commentaar
3.2 Vrijmetselaars
west-vlaams (houtland)
694
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Veldegem