Hoofdtekst
Beschrijving
Op een boerderij in Klein Mechelen werkte een paardenknecht. Toen de knecht op een dag van de hoeve naar het veld ging, kwam hij een in het zwart geklede heer tegen. De heer was deftig gekleed, maar had vieze voeten die wel paardenpoten leken. De heer gaf de knecht een boekje en verdween vervolgens. Toen de knecht thuiskwam, moest hij het boekje van de bazin verbranden, maar hij deed dat niet. Toen de knecht acht dagen in het boekje had gelezen, werd hij ziek. Hij heeft meer dan een jaar in zijn ziekbed gelegen en hij wilde geen priester aan zijn zijde. Het was ook niet mogelijk dat er een priester bij zijn bed kwam, want de duivel hield alle geestelijken tegen. De knecht leed verschrikkelijk veel pijn tot hij het boekje afgaf en vervolgens stierf.
Bron
J. Wauters, Leuven, 1962
Commentaar
3.1 Duivels
antwerps (klein-brabant)
489
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Oppuurs   
Plaats van Handelen
Klein Mechelen