Hoofdtekst
Ene koopman kwam van Othée, doa was e speelhuis 'Tôt et Tard', en dat was ene botti (= marskramer), die droeg alle weken twee käver (= kalveren) op zijne rug noa Luik voor te verkopen. Hij was aangerand aan het 'heilig huiske' tussen Lauw, Othée en Herstappe, en dao kwam ene weerwolef, en die botti kapte hem met zij(n) mes voor de kop. Toen zei de weerwolef: 'Het was goed as zje mich bloed gelette had, anders maakte ich oech (= U) kapot en pakte ich oer (= uw) centen af.' Mè die was bekant toen, het was ene van Villers-l'Evêque, ene commerçant wa failliet was.
Onderwerp
SINSAG 0822 - Werwolf getroffen (geschlagen) nimmt wieder menschliche Gestalt an (und ist erlöst oder stirbt).   
Beschrijving
Een verkoper uit Othée bracht elke week twee kalveren naar Luik om ze daar te verkopen. Toen de verkoper terugkwam van speelhuis 'Tôt et Tard', werd hij bij het 'heilig huisje' tussen Lauw, Othée en Herstappe aangevallen door een weerwolf. De man sneed de weerwolf met een mes in de kop, waardoor het dier weer zijn menselijke gedaante aannam. Het bleek een handelaar uit Villers-l'Evêque te zijn, die failliet was gegaan. De weerwolf sprak tot de man: "Als je mij niet had doen bloeden, dan zou ik je vermoord en beroofd hebben.
Bron
M. Dreezen, Leuven, 1967
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (tongeren en omstreken)
999
fabulaat
Naam Overig in Tekst
heilig huisje (tussen Lauw, Othée en Herstappe)   
Tôt et Tard (speelhuis)   
Naam Locatie in Tekst
Tongeren   
Plaats van Handelen
Othée   
Luik   
Herstappe   
Villers-l'Evêque   
Lauw