Hoofdtekst
Mijn beesten waren ne keer uitgebroken en ’t er kwam dat hier een vrouwe zeggen, maar ze riep dat ginder vanop de bane, z’en kwamp niet binnen zelle! ’t Er zat nep aasnagel onder ons deure. Dat was de die van Champetter.
Beschrijving
Een man zag een vrouw naar zijn boerderij komen, die riep dat zijn dieren waren uitgebroken. De vrouw kon niet binnen omdat er een paasnagel onder de deur stak.
Bron
M. Van Der Linden, Leuven, 1964
Commentaar
2.1 Heksen
oost-vlaams (denderstreek)
484
memoraat
Naam Locatie in Tekst
Voorde