Hoofdtekst
Karel Claere wierd alle dagen z’n brood gestolen uut z’n achterkeuken en da was van ne zwarten hond die daar alten kwam. En j’had d’r ip geschoten maar lijk nooit kunnen passen. En dien hond kwam alten voort alle dage. En Karel gaat ne keer naar paster Termote daarover klappen. En je moest lood dragen naar de paster en da lood moest ie allemolle in kleine stikskens doen en de paster wijdde da lood en daarmee ging t’ie dien hond kunnen treffen. En je ging naar huus en je laadde z’n gewere en je geraakte dien hond. En je kwam en je schoot d’r ip en z’n bille was afgeschoten en dien hond liep weg. En ’s anderendaags de gebeurvrouwe, Lisa, lag in heur bedde met heur bille afgeschoten. En die zelfste paster Termote hèt heur ton moeten berechten en z’is d’r van doodgegaan.
Onderwerp
SINSAG 0623 - Der geweihte Schuss   
Beschrijving
Een man stelde vast dat zijn brood iedere dag door een zwarte hond uit zijn keuken werd gestolen. De man had naar de hond geschoten, maar hij had het dier niet kunnen raken. Op een dag kreeg de man van de pastoor de raad om met gewijd lood naar de hond te schieten. Op die manier kon de man de hond in de achterpoot treffen. De volgende dag lag de buurvrouw met een schotwonde in bed. De vrouw is gestorven aan haar verwonding nadat ze van diezelfde pastoor de laatste sacramenten had ontvangen.
Bron
P. Vandewalle, Leuven, 1968
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (o van houtland)
355
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Laatste Sacramenten   
Naam Locatie in Tekst
Wingene