Hoofdtekst
Vruêger ginken ze altêd te voet nao Hasselt mee de boter. Zoê vertelde mê moeder is dat ’t er ne kiêr wel duzend maai in de boter zaoten. Ze ginken nao ne withiêr in ’t Kamp. Dao kregen ze e gebed mee. Da moesten ze iêne kiêr lezen. Toen waren alle maai weg.
Beschrijving
Een vrouw die boter naar Hasselt bracht, stelde vast dat er duizenden maden in de boter zaten. Nadat de vrouw een gebed had gelezen, dat ze van de Witheren in Kamp had gekregen, waren alle maden verdwenen.
Bron
C. Ooms, Leuven, 1968
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (beringen en omstreken)
288
Moeder van de informant
fabulaat
Naam Overig in Tekst
witheren van Kamp   
Witheer (pater)   
Naam Locatie in Tekst
Heppen   
Plaats van Handelen
Kamp (Leopoldsburg)   
Hasselt