Hoofdtekst
Der wierd ons olten gezeid, oeje langs ’n viever (vijver) of ’n gracht moet, moejje jen trouwrieng andoen. Da was tegen de toveressen.
Beschrijving
Wanneer men langs een vijver of een gracht liep, moest men zeker zijn trouwring dragen als bescherming tegen tovenaressen.
Bron
L. Cumps, Leuven, 1965
Commentaar
2.1 Heksen
west-vlaams (z van brugge)
347
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zedelgem