Hoofdtekst
Pastoor moet kunst afnemen.Dat is echt gebeurd. Dat spookte daar. Niemand kon dat niet geloven. Bij nen boer lagen de beesten allemaal tegen de grond. En bij de kinderen van Peer Janssens stonden de kinderen 's morgens allemaal met de kop achterste voor. Dat was een mens van 't dorp. Dan is die nen helen tijd ziek geworden en den onderpastoor kon die kunst niet afnemen, dat moest de pastoor en pastoor-deken doen. Dan heeft ze veel afgezien en dan heeft ze den toverijboek moeten afgeven. Dat huis dierf niet meer bewoond worden.
Beschrijving
Op een boerderij lagen de dieren allemaal op de grond. De hoofdjes van de kinderen van de boer stonden ’s ochtends achterstevoren. Een vrouw uit het dorp heeft veel geleden en heeft uiteindelijk haar toverboek moeten afgeven.
Bron
R. Aertsen, Leuven, 1953
Commentaar
2.3 Toverboeken
antwerps (noorden van de antwerpse kempen)
229
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Hoogboom-Ekeren