Hoofdtekst
’t Wos dor een, René Pysson, in Reningelst, de Klytte, die dor boerde, e joenkheid die dor ollene weunde. Z’èn dor ’s navonds geweest met e man of viere, vuve. Enne zat an ’t eten an tafel. Z’èn zieder eerst zijn geld gevraagd enne refuseerde. En z’èn toen geslegen dat ze peinsden datten dood wos. Z’èn toen ol gezocht en gepakt dat ze gevoenden èn mor geen grote sommen geld. Mor die mens zelve e goed verston wuk dat ze zein o ze voortgingen en o z’an hem schudden. Ze zein: "J’is toch dood!" Achternor issen toen bij zezelven gekommen. Enne doste dor niet meer bluven.
Onderwerp
SINSAG 1320 - Andere Räubergeschichten.   
Beschrijving
In Reningelst woonde een ongetrouwde boer. Toen de man op een avond aan het eten was, kreeg hij bezoek van vier of vijf rovers. De rovers vroegen het geld van de man, maar hij weigerde het te geven. Daarna werd de man geslagen en voor dood achtergelaten.
Nadat de man van zijn geld was beroofd, durfde hij niet langer in zijn huis te blijven wonen.
Nadat de man van zijn geld was beroofd, durfde hij niet langer in zijn huis te blijven wonen.
Bron
S. Top, Leuven, 1964
Commentaar
4. Historische sagen
west-vlaams (vrijbos)
93D
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Woumen   
Plaats van Handelen
Reningelst