Hoofdtekst
Mijne nonk koem van Leute en wei (toen) er aan de Leutestraat koem, toen dansten do een heel deel juffrouwen rond hem. Ze hadden een tromke en ze zongen 'Rebdebedeb, we gaan naar de heksensabbat toe' en ze dansten allemaal rond hem in ene krans. Die juffrouwen dronken uit ene zilveren beker en één gaf hem de beker in zijn hand en er zei tegen de heks: 'God, zegene dech (u)' en toen waren ze allemaal vertrokken. De man had de beker mee naar huis genomen en 's anderendaags koem een juffrouw van Maastricht die beker terughalen.
Onderwerp
SINSAG 0502 - Der goldene (silberne) Becher.   
Beschrijving
Een man die terugkwam van Leute, werd in de Leutestraat omringd door dansende heksen. De heksen hadden een trommel vast en zongen: "Rebdebedeb, we gaan naar de heksensabbat". Eén van de heksen gaf een zilveren beker aan de man, die zei: "God zegene u". Het volgende ogenblik stond de man met de beker in zijn hand en waren alle heksen verdwenen. De volgende dag kwam een juffrouw uit Maastricht de beker halen.
Bron
W. Jackers, Leuven, 1958
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (bilzen)
Oom van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Bilzen   
Plaats van Handelen
Maastricht   
Leutestraat (Leute)   
Leute