Hoofdtekst
Beschrijving
Op een boerderij kwam een vrouw die lammetjes wilde kopen. De boerin legde uit dat ze nog geen lammetjes had. De vrouw was nog maar net weg of de jonge lammetjes werden twee of drie dagen te vroeg geboren. De boer wilde niet dat die vrouw nog op de boerderij werd binnengelaten. De volgende dag stond ze er echter alweer om te vragen of er al lammetjes waren. De boerin zei “Neen”, maar de vrouw stond te lachen omdat ze heel goed wist dat er wel lammetjes waren. Diezelfde dag stond in de stal een kalf na zonsondergang met zijn poten omhoog tegen de staken. De boer legde zijn hand op het kalf en begon het Sint-Jansevangelie te bidden, waarna het dier zich weer normaal gedroeg. Daarna ging de boer naar de koster om een paasnagel te halen, die hij onder de deur stak. De boerin mocht de verdachte vrouw niet meer naar binnen vragen. Toen ze de volgende dag op bezoek kwam, bleef ze bij de deur van de stal staan.
Bron
W. Van Hoof, Leuven, 1963
Commentaar
2.1 Heksen
antwerps (heist-op-den-berg en omgeving)
237
fabulaat
Naam Overig in Tekst
Sint-Jansevangelie   
Naam Locatie in Tekst
Hallaar