Hoofdtekst
'ne jong zijn vader die had twee dennen afgedaan in de gemeinsbos, en die wou die 's avonds gaan halen, omdat dat niet mocht. En toen kwam daar ineens een lamp door de dennen af, en hij kos niet meer weg. Toen is zijn vader gaan kijken, en toen kos hij weer weg, maar hij kos nog niet zo rap gaan als anders.
Beschrijving
Een man had twee dennenboompjes omgehakt in een bos. Omdat het bos eigendom van de gemeente was, besloot de man de boompjes 's nachts in het donker te gaan halen. Toen de man in het bos was, zag hij opeens een dwaallichtje. De man wilde weglopen, maar hij stond als aan de grond genageld. Na een tijdje kon de man weer verder, maar hij kon nog niet zo snel stappen als anders.
Bron
R. Celis, Leuven, 1954
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
limburgs (bree en omstreken)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Opoeteren