Hoofdtekst
40 D’r was een koppel, een man en een vrouw, die gingen overal in de dorpen scharen slijpen bij de mensen. En ’s avonds laat, ja, dan zaten de mensen altijd rond de stoof samen dan, en die wiegskes met die kleine kindjes die stonden er dan ook bij. Dan ging die vrouw dan altijd, dan ging die zo eens bij dat wiegske staan en zo van: "Oh, wat een schoon kindje" en zo. Dan wou ze gewoon eens vriendelijk zijn, denk ik, of zo, maar achteraf bleek dan dat veel van die kindjes ziek werden of stierven of zo.
Onderwerp
SINSAG 0580 - Andere Hexenkünste   
Beschrijving
Een vrouw die bij de mensen scharen ging slijpen, ging vaak bij het wiegje van een kind staan met de woorden: "Oh, wat een mooi kindje!" Als het kindje dan ziek werd, geloofden de mensen dat die vrouw een heks was.
Bron
H. Schoefs, Leuven, 1996
Commentaar
2.1 Heksen
limburgs (groot-riemst)
40E 538
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Riemst