Hoofdtekst
In Rumme spoukten het; dö reid iene ’s nachs mê een koets mê vur duir de strôte; en hem hâ een klets van kouper en vur; en as hem minse zag, kapten hem ze in ’t gezicht mê de klets, en da wôren allemôl striepe verbrând; en da was rond 12 oere.
Beschrijving
In Rummen spookte het. Omstreeks middernacht reed daar een brandende koets door de straten. De man die in de koets zat, sloeg voorbijgangers met een brandende koperen zweep.
Bron
A. Abeels, Leuven, 1965
Commentaar
1.3 Vuurgeesten
limburgs (sint-truiden)
63
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Runkelen   
Plaats van Handelen
Rummen