Hoofdtekst
Ik heb daarover horen vertellen van m’n grootmoeder (= † Johanna Smets - Palmans, Waterstraat 28). Ook in mijn tijd nog. Toch hadden we ook nog bang voor de heksen, maar dat kwam door het vertellen van m’n grootmoeder. Vroeger was er geen licht, d’r was geen waterleiding en ’s avonds in de winter, dan gingen we bij grootmoeder zitten. Het zat er altijd vol. Dat was altijd (over) heksen en spoken; ik heb nooit iets anders gehoord. Maar het ergste van alles was, dan naar huis gaan. Er was geen electriciteit, je zag overal heksen, spoken en duivels en wat weet ik allemaal. Geiten met koperen tenen - wat maakten ze ons allemaal wijs? Maar zij vertelde dat toch (als) echt (gebeurd), met volle overtuiging over heksen. Ja, over die andere prullen, geiten met gouden tenen, ja, dat was bijgeloof. Maar heksen daar geloofden ze zelf aan, en spoken ook, en aan weerwolven geloofden ze ook.
Beschrijving
Omdat er vroeger geen straatverlichting bestond, waren de mensen bang om in het donker naar huis te gaan. Vaak meenden ze heksen, spoken, duivels of zelfs geiten met koperen tenen te zien.
Bron
H. Schoefs, Leuven, 1996
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
limburgs (groot-riemst)
4A 137
Grootmoeder van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zichen-Zussen-Bolder 
Zichen-Zussen-Bolder 