Hoofdtekst
Ja, te Andre Ghekieres, er was daar een kasteel, zeien ze, dat daar nog verzonken is. En ze willen hebben dat dat daardoor kwam dat er daar verkeerde (toverde). ’t Is daar nog een die daar nog maarte geweest is, ja maar, ‘k ken ze heel goed. Ze is dood, ze leefde nog. Allez in de oorlog van ’14, we zijn d’er nog bij geweest in Roeselare. En ze is daar nog maarte geweest. Maar ‘k weet niet of die Soete, ja ’t kon toen de ouders nog geweest zijn. ’t Was ook al een oud vrouwmens né, en dat ze moest op de hooidilt gaan voor hooi te gaan binden en in de plaats van hoor dat ’t al haar was. Ze heeft dat nog verteld. In de plaats van hooi, zei ze, ’t was een keer al haar dat ‘k zag.X: En ze moest dat gaan binden entwasen (ergens)?A: En ja, ze moest, e wê overtijd, ze bonden alzo hooi op de dilten né, voor de paarden.X: Ah ja, en in plaats van hooi, ’t was haar.A: En in plaats van hooi, ’t was al haar dat zij zag. Heeft zij nog verteld. Zij heeft dat nog verteld.
Onderwerp
SINSAG 0478 - Andere Erlebnisse; unbeschreibbare Spukerscheinungen.   
Beschrijving
In Beselare zou ooit een kasteel zijn verzonken. Op die plaats spookte het.
De meid die in dat kasteel had gewerkt, kon veel spookverhalen vertellen. Toen de meid op een dag hooi op de zolder moest gaan halen, trof ze daar geen hooi, maar haar aan.
De meid die in dat kasteel had gewerkt, kon veel spookverhalen vertellen. Toen de meid op een dag hooi op de zolder moest gaan halen, trof ze daar geen hooi, maar haar aan.
Bron
F. Ramon, Leuven, 1975
Commentaar
1.4 Luchtgeesten
west-vlaams (ieper)
4
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Beselare   
Plaats van Handelen
Beselare