Hoofdtekst
- Ik heb wel al gehoord van één in Lummen die café had, dat zou ook een heks geweest zijn...Albert: Mie Koek! Die had een café ja, en de katten die zeikten daar op de toog. Daar zeiden ze ook van dat dat een heks was. De weet niet precies wat die dan deed, maar die had de naam van heks te zijn.Was die Mie Koek ook niet getrouwd dan?Albert: Jawel, die was getrouwd met Louis Gijbels. Vanheel heette die vrouw. Maria Vanheel,Geloofde ge zelf dan ook dat dat een heks -was?Albert: Nee, ik heb die goed gekend, ik geloofde daar niks van.Marcel: Hadt gij die koeken dan durven opeten als uw ouders niks gezegd hadden?Albert: Nee, dat durfde ik toch niet, ik geloofde er niet aan, maar toch had ik echt schrik van dat wijfke. Daarna ging ik aan de andere kant van de baan, achter de bomen door.- Konden heksen ook niet iemand verloren doen lopen?Albert: Mijn grootvader is eens verloren gelopen, de ganse nacht verloren gelopen. Die was in de gilde iets gaan drinken, en die heeft de ganse nacht verloren gelopen. Tegen de morgen komt hij bij, en dan staat 'm 20 meter van zijn huis af. En hij had de ganse nacht rondgetrokken. Dat huis had nochtans een watermolen, en dat water maakte lawaai, en nog vond hij zijn weg niet. En dat stak hij op een heks.
Beschrijving
Een vrouw in wiens café de katten op de toog plasten, werd van hekserij verdacht.
Bron
F. Beerten, Leuven, 2003
Commentaar
1.6 Weerwolven
limburgs (groot-beringen)
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Lummen