Hoofdtekst
De paters kosten vele, maar entwien die slecht leefde, voor dedie deien ze niet. De dochter van m’n broere René goeng uut en ze was heur goudwerk kwijt. En ze zei: "’t Stoend pertang ip ’t vensterkassien (-bank)." En ze gaat ook naar de paters. En de paters zeien: "Ge gaat da werehèn." En ne maand nadien ’t stoend daar een dozeke met goudewerk an ’t hekken en ’t was daar nie van gepakt.
Onderwerp
SINSAG 0750 - Andere Zauberei.   
Beschrijving
De paters beschikten over bijzondere krachten. Ze wilden die krachten echter alleen maar gebruiken voor mensen die goed leefden. Een vrouw die haar juwelen in een doosje op de vensterbank had gezet, stelde vast dat alles was gestolen. De vrouw ging naar de paters, die tot haar spraken: "Je zal het terugkrijgen". Een manand later stond het doosje met juwelen bij het hek. Er was niets uit verdwenen.
Bron
P. Vandewalle, Leuven, 1968
Commentaar
2.2 Tovenaars
west-vlaams (o van houtland)
460
Nichtje van de informant
fabulaat
Naam Locatie in Tekst
Zwevezele