Hoofdtekst
2W Want ik heb dat een keer voorgehad, dat ze met vijf tegelijk op mij zaten. Dat was zo vlak voor Allerzielen. En ik ging naar het kerkhof om de ornamenten van het graf van mijn vrouw en zo te halen. En ik bracht die dan naar hier om te kuisen. Want hier heb ik warm water en zeep en alles wat ik nodig heb. En dan sta ik daar niet zo in de nattigheid en de kou. En daar bij dat kruispunt daar, daar stond die vent. Dat was er al ene. En dan op het kerkhof, bij de grafdelver stond (Paul noemt een bijnaam, maar die is onverstaanbaar.) dat was al een tweede. En als ik van het kerkhof kwam, dan kwam ik er nog een derde tegen. En dan daar zo aan het rustoord, daar kwam ik er nog een tegen die hier vroeger in de geburen (buurt) woonde. En dat is ook een heks. En bij de winkel kwam ik nog zo’n oud madammeke tegen. Die zaten toen met vijf op mij.x Amai.2W En dan ben ik naar pastoor Willems gegaan om mij te laten overlezen. En een uur later stapte ik daar terug buiten, fluitend gelijk dat ik nu ben. Dan was ik daar van verlost. Maar die mensen… weet je wat telepathie is?x Ja, dat weet ik wel.2W Awel, die kunnen zo van op afstand, van op kilometers, met elkaar communiceren. Dus die bij het kruispunt, die kon die anderen al verwittigen dat ik eraan kwam.
Beschrijving
Toen een man vlak vóór Allerzielen de ornamenten van het graf van zijn vrouw ging halen om ze te poetsen, zag hij bij een kruispunt een tovenaar staan. Bij de grafdelver op het kerkhof stond een tweede tovenaar. Op zijn weg naar huis kwam de man nog een derde tovenaar tegen en bij het rustoord zag hij een heks. Bij de winkel kwam hij ook nog een oud vrouwtje tegen. Die dag werd de man dus door vijf tovenaars tegelijk belaagd.
Bron
T. Bergen, Leuven, 2003
Commentaar
2.1 Heksen
vlaams-brabants (groot-aarschot)
2W
memoraat
Naam Overig in Tekst
Allerzielen   
Naam Locatie in Tekst
Rillaar